Nieuws
Hoe een journalist de ‘witte bal’ mis kan slaan.
(Schoenmaker blijf bij je leest.)
Onderstaande tekst is een repliek op een column van Dhr Marc Vermeiren, journalist bij Het Nieuwsblad. Deze column kun je hier lezen: gemoedsrust.
Beste heer Marc Vermeiren,
Met aandacht maar evenzeer met stijgende verbazing las ik je column ‘gemoedsrust’. Ondanks de bewondering die ik kan opbrengen voor het creatieve taalgebruik moet ik na lectuur, net zoals anderen, concluderen dat het lang geleden is dat je het nog over het hart hebt kunnen krijgen om een volleybalwedstrijd bij te wonen. Je wordt immers geen kenner door enkel het bijwonen van de laatste persconferentie van de Liga! Namen als Mathijs Desmet, Ferre Reggers, Lennert Van Elsen, Seppe Rotty, Martin Perin, Liam McClusky, Basil Dermaux en nog veel ander aanstormend talent zullen je dan ook wel niets zeggen.
Wellicht zweer je bij Koning Voetbal of Prins Wielrennen. Ik begrijp dit want dat verkoopt het best. En zelfs al zijn je columns over deze twee sporten pseudo-kritisch, het komt me voor dat je steeds op zoek gaat naar sensationele invalshoeken die eerder hun plaats hebben bij populaire Familie- of Blikmagazines.
Nochtans heb je ook gelijk als je schrijft dat, mits wat flexibiliteit van de Bondsinstanties, de ploeg uit je geliefde stad de Lotto Volley League zou verrijken. Ook de parking was hiervoor vragende partij. Maar met de teneur en in inhoud van je column bevestig en versterk je de gangbare opinie dat volleybal, basketbal… een marginaal gebeuren zou zijn en beter opgedoekt worden. Een eenvoudige opzoeking zou je echter leren dat volleybal, na voetbal en basketbal, met 900 miljoen beoefenaars aan de wereldtop prijkt. Van Wielrennen is daar geen spoor terug te vinden?? Maar wees gerust, ook wij houden van Lotte, Wout en Remco, om nog te zwijgen van onze Farmer’s son from Belgium.
Qua nationale ploegen prijken de Red Dragons op plaats 21 en de Yellow Tigers op het nummer 11. Je baksel over deze laatste ploeg, na hun ronduit uitstekend WK, illustreert eens te meer dat je als wellicht ex-rugbyspeler liever de man/vrouw tackelt en de voorkeur geeft aan het met modder gooien. Journalisten, die naam waardig, klasseren dit onder de categorie ‘riooljournalistiek’. Ik citeer ‘iets schrijven vanuit onwetendheid en beperkte kennis van de materie getuigt van een oneindige domheid’.
Knack Roeselare en Greenyard Maaseik staan reeds jaren meer dan hun mannetje in de Champions League en leggen het vuur aan de schenen van de topploegen zonder dat hierover katernen vol worden geschreven. Op de CEV-ranking staan we zelfs op de vijfde plaats (link) Dat de Limburgers anderhalf jaar geleden op een zucht van een Europese finale stonden zal je uiteraard onbekend zijn. Wat te denken van Kangoeroes Mechelen dat deze week nog de Franse topper Cholet versloeg?
Als club juichen we de komst van Axis Guibertin toe waar, net zoals in vele andere clubs, aandacht, energie en fondsen besteed worden aan jeugdopleiding. Dat je denigrerend clubs als Menen en Aalst durft aan te halen is een kaakslag voor hun supporters, (jeugd-)spelers, vrijwilligers, bestuursleden en sponsors.
Het erge van de kwestie is dan ook nog wel dat je dit alles kunt doen met het nodige belastingsgeld dankzij de ruime subsidies. Maar dit is een ‘black box’ zeggen kenners over dit dossier.
Het is een waarheid als een koe uit de stal van Yves Lampaert: “de media maakt en de media kraakt”. De populariteit van het volleybal in Polen kwam er dankzij de uitzendingen op televisie. Dat we hier in België nog een weg af te leggen hebben klopt, met vallen en opstaan. Het vallen is niet erg, het weigeren op te staan wel. Daar geloven we in en dus gooien we de handdoek, hoezeer je dit misschien hoopt, niet in de ring.
Terloops sluiten we ook nog een illustratie in van de witte bal waarmee anno 2022 volleybal gespeeld wordt.
Sportieve groet
DeePee 21/10/2022